Correspondent Tijs aan het woord: “De afwisseling maakt deze job het leukst”

Persagentschap Belga volgt de nationale en internationale actualiteit de klok rond op. Het agentschap kan hiervoor rekenen op een 80-tal vaste journalisten in twee landstalen, maar ook op een 50-tal correspondenten die vanuit hun thuisbasis het lokale nieuws op de voet volgen. Eén van hen is Tijs Vanderstappen, correspondent algemeen nieuws in de provincie Antwerpen. Voor hem is de job bij Belga dé gedroomde dagtaak.
Tijs begon twaalf jaar geleden voor Belga en heeft daar tot vandaag nog geen spijt van. “Ik had als afgestudeerde journalist wel een notie wat Belga juist was, maar dacht dat het vooral mensen op de redactie waren die persberichten uitstuurden. Ik was dan ook verbaasd toen er een vacature was voor een correspondent op het terrein en in mijn eigen regio”, zegt hij. “Ik was al even op zoek naar een leuke job en hoorde dat het om een freelance job ging. Ik wist niet goed wat dat inhield en zat met heel wat vraagtekens, maar heb toch de sprong gewaagd. Ik ben dankbaar voor de kans die ik toen kreeg en alles viel meteen heel goed mee.”
Een dag als Belga-correspondent heeft geen vast stramien of dagelijks terugkerende taken. “Ik begin mijn dag door mijn mails te checken en te zien wat andere media de voorbije avond en nacht hebben gebracht”, vertelt Tijs. “Hebben we iets gemist? Moeten we iets oppikken? Of kunnen we zelf nog via een andere invalshoek een thema bekijken? Die vragen stel ik me, in overleg met de redactie in Brussel. Hoe de rest van de dag eruit ziet, hangt ook af of er persconferenties op de agenda staan of niet. Het is vooral belangrijk een vinger aan de pols te houden in de actualiteit, en dat lukt iets makkelijker zonder vooraf vastgelegde persmomenten.”

Werken voor Belga verloopt iets anders dan voor andere media. “Belga heeft geen minimaal of maximaal aantal pagina’ s of een bepaald aantal minuten te vullen”, zegt Tijs. “Alles wat wij brengen, wordt onder de klanten verspreid en gepubliceerd. Er is geen eindredactie die nog beslist om een tekst te weerhouden of niet. Daarnaast heeft Belga ook geen vaste deadline, of een vast uitzendmoment. Bij Belga is de deadline telkens: nu! De schrijfstijl van Belga is misschien iets droger dan bij andere media, maar dat past ook goed bij mij. We schrijven zeer zakelijk, baseren ons op officiële bronnen en niet op voxpops. Afhankelijk van het onderwerp pas ik natuurlijk mijn schrijfstijl wel wat aan.”
Voor Tijs is het leukste aspect van zijn job dat hij veel afwisseling heeft. “Ik zal me nooit kunnen specialiseren in één onderwerp maar vind het juist leuk op van de hak op de tak te springen. Maar soms is het wel moeilijk om bij te blijven, we lopen soms wat achter de feiten aan. Doordat ik een grote regio cover, ben ik soms wat later dan de kranten die in elk dorp een regiocorrespondent hebben die er met zijn neus op zit.” Nadeel van de job is dat het nooit stopt. “Ik kan natuurlijk wel eens enkele uren onbeschikbaar zijn, maar er is toch steeds de ‘fear of missing out’”, legt Tijs uit. “Het is ook soms frustrerend om uit een concertzaal of cinemazaal te moeten vertrekken voor het einde van de voorstelling omdat er ergens actualiteit is die niet kan wachten. Gelukkig valt dat niet al te vaak voor.”

De eerste keer dat Tijs echt alles moest laten vallen, was in 2013 toen een Poolse bus met Russische kinderen van een brug stortte op de E34. “Dat zal me altijd bijblijven, het is de eerste keer dat ik een familiediner moest verlaten omwille van een drama dat ik moest verslaan.” De meest indrukwekkende gebeurtenis waarvoor Tijs zijn planning moet omgooien, was een grote brand op de Kalmthoutse Heide. “Ik ben daar toen verschillende dagen aanwezig geweest, hollen van het ene persmoment naar het andere, intussen teksten typen op de laptop, stroom zoeken voor die laptop, overleggen met de fotograaf. Dat was zeer intensief, maar ik was wel trots op het geleverde werk toen.”

Het constant schakelen vindt Tijs geen enkel probleem, dat hoort bij de job. “Als het echt om belangrijke actua gaat, vind ik dat helemaal niet erg om mijn planning aan te passen. Wél vervelend is de overvloed aan minder interessante dingen die ik ook moet checken. Je weet immers nooit of het wél belangrijk is, en daar steek je dan heel veel tijd in”, klinkt het.
De contacten met de collega’s verlopen voor Tijs heel goed. “Met de collega’s van andere media gaan we vrij collegiaal om”, zegt hij. “De meeste collega’s weten ook dat Belga vaak ook voor hen werkt en er is een goede verstandhouding met hen. Met de collega’s op de redactie is het contact voornamelijk telefonisch of via mail. Met de ene heb ik een betere band dan met de andere, maar dat vind ik helemaal prima. Ik ben niet echt deel van de groep, correspondenten zijn eerder de ‘tweede lijn’ maar dat stoort me helemaal niet. Ik zou ook niet gemaakt zijn om op een redactie te werken en te leuteren aan de koffiemachine (lacht). Op dat vlak ben ik misschien een eenling.”
Tijs is nog niet meteen van plan zijn job bij Belga op te zeggen. Toch lijkt het hem leuk eens eenmalig iets te verslaan zoals een WK of Olympische Spelen. “Me één keer volledig kunnen onderdompelen in één thema, en dat van A tot Z brengen, lijkt me wel eens leuk. En dan graag een sportthema. Maar voorlopig blijf ik nog even in de provincie Antwerpen hangen”, besluit hij.
.jpg)